Oudste boekband 15de-16de eeuw herontdekt!
Oude boekband van de Codex Eyckensis uit de 15de-16de eeuw herontdekt!
De Codex Eyckensis heeft verschillende boekbanden gehad. Niet alle banden zijn gekend, maar in 2017 werd het oudst gekende exemplaar ontdekt!
De oudste boekband die we tot op heden kenden was diegene uit 1957 die tijdens de restauratie van de Codex Eyckensis (1988-1994) werd verwijderd. De Duitse restaurateur Karl Sievers, die de perkamenten folio’s van plastiekfolie voorzag, heeft deze boekband aangebracht. Na de verwijdering bleef hij bewaard in de archieven van de Kerkfabriek van Sint-Catharina van Maaseik. Drie vrijwilligers zijn reeds geruime tijd bezig met de inventarisatie van de vele archiefstukken in het kerkarchief. Op 8 februari 2017 stootte de voorzitter van de Kerkfabriek, Pierre Thijssen, nietsvermoedend niet enkel op de boekband van Karl Sievers, maar eveneens op een prachtige bruine lederen band met blindstempels. Na enige verwondering was het vrijwilliger Rik Nulens die de waarde en betekenis van dit object snel wist in te schatten.
Na een kort onderzoek door Prof. Lieve Watteeuw kon vrij snel bevestigd worden dat de naaigaten van de Codex Eyckensis overeenkwamen met de naaigaten van deze boekband. Tijdens de eerste restauratieperiode in de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw werden meerdere naaigaten ontdekt. Dit duidt aan dat het handschrift ook meerdere keren van een nieuwe boekband werd voorzien.
Stilistisch gezien is de boekband te situeren in de 15de-16de eeuw. In 1571 werden de kerkschatten overgebracht van Aldeneik naar de Sint-Catharinakerk in Maaseik. Mogelijk was deze verplaatsing de aanleiding voor het opnieuw binden of misschien zelfs samenvoegen van de twee onvolledige manuscripten, codex A en codex B. Verder onderzoek zal echter meer duidelijkheid moeten scheppen rond deze vraagstellingen.
Dankzij de herontdekking van de 15de-16de -eeuwse boekenband zijn er nieuwe denkpistes geopend in het lopende onderzoek. Sinds september 2016 wordt de Codex Eyckensis immers aan een grondig onderzoek onderworpen, waarbij er niet alleen een uitgebreid kleurenonderzoek wordt uitgevoerd door het KIK-IRPA in Brussel, o.l.v. dr. Marina Van Bos, maar ook een stilistisch onderzoek, een tekstueel onderzoek en een 2D+ scanning door de KU Leuven, o.l.v. prof. Lieve Watteeuw.
Meer details over de 15de-16de eeuwse boekband van de Codex Eyckensis
In het archief van de Sint-Catharinakerk te Maaseik een donkerbruine lederen boekband aangetroffen met houten platten (fig. 1-4). De boekband is versierd met diverse drievoudige filetlijnen (rechthoek en diagonaal) en kleine blindstempels, zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde. Stilistisch gezien kan dit soort boekband gedateerd worden in de 15de-16de eeuw.
Tijdens de restauratie tussen 1988 en 1994 is er een lang debat geweest over de nieuwe inbinding van de codex. Men had toen immers geen kennis van bovenstaande boekband. Daarom werd op dat ogenblik gekozen om het handschrift in te binden op basis van de oudste drie bindgaten, die mogelijk verwijzen naar een nog oudere inbinding in de 12de eeuw.
De afmetingen van de boekband zijn: 19cm B x 28.8cm H, terwijl deze van de huidige Codex Eyckensis: 18.3cm B x 24.4cm H bedragen. In 1957 zou restaurateur Karl Sievers het manuscript afgesneden hebben voor of na het plastificeren van de folio’s. Dit zou betekenen dat hij in de breedte niets of heel wat minder heeft afgesneden dan in de hoogte, vermoedelijk in functie van het behoud van de tekst en de afbeeldingen.
De bruine lederen kaft wordt stilistisch gedateerd in de 15de-16de eeuw, precies rond het tijdstip van de translatio tussen Aldeneik en Maaseik, namelijk 1571. Mogelijk zijn de handschriften, Codex A en Codex B, samengebonden in de bruine lederen kaft tussen 1571 en 1647, toen de Codex Eyckensis werd opgeborgen in één van de reliekkisten van Harlindis en Relindis.
Aan de binnenzijde van de boekband is er een klein stukje perkament met het opschrift in kalligrafie ‘Liber Evangeliorum scriptus a SS Virginibus’.
Archeoloog, kunstliefhebber en verzamelaar Joseph Gielen leefde van 1819 tot 1907 en speelt een belangrijke rol in dit verhaal. Hij was aanwezig bij de opening van de reliekkisten op 2 september 1867. Bij deze opening waren de twee manuscripten al niet meer in de kisten aanwezig (‘Procès-Verbal de l’ouverture des deux châsses des Stes Harlinde et Relinde’ in : J. Gielen, Promenade à l’église romane d’Alden-Eyck, Liège, Imp. J. Waroux, Deuxième Ed., 1871, pp. 23-25).
De twee boeken waren enige tijd eerder - op 19 juli 1841- ‘teruggeschonken’ aan de Sint-Catharinakerk door een familielid (uit Bree) van pastoor-deken en kanunnik Leonard Willem Clemens de Borman. Hij was pastoor-deken van Maaseik tijdens de Franse overheersing, toen alle kerkelijke goederen opgeëist werden. Hij overleed in 1824. (Document bewaard in archief KF Maaseik)
Joseph Gielen heeft de Codex Eyckensis aldus gekend in de 15de-16de -eeuwse boekband. Hij kende het belang van dit handschrift en trachtte de folio’s van het manuscript te sorteren in zijn sorteerschrift. Ook dit schrift werd op 8 februari ontdekt.