Nieuw onderzoek
- conditie, wetenschappelijke beeldvorming en kleurstofonderzoek
- Nieuwe vragen over Harlindis en Relindis
De rampzalige “restauratie” van de Codex Eyckensis met zelfklevende folie in 1957 tastte het perkament aan: het verzuurde, werd donkerbruin en verhardde. Aan het einde van de twintigste eeuw nam men de beslissing om de mipofolie te verwijderen en het perkament waar mogelijk te herstellen met ‘perkamentpulp’ en in elk geval het vernietigingsproces te stoppen.
Conditie, wetenschappelijke beeldvorming en kleurstofonderzoek
Het is nu vijfentwintig jaar geleden sinds de Codex Eyckensis werd gered van de mipofolie. Tijd voor een nieuwe stand van zaken. Prof. Lieve Watteeuw (KU Leuven, Illuminare, Book Heritage Lab) en Marina Van Bos (KIK-IRPA, Koninklijk Instituut voor Kunstpatrimonium) zullen het manuscript onderzoeken. Hiervoor zal de Codex Eyckensis vanaf de tweede helft van 2016 tot eind 2017 verhuizen naar de KU Leuven en het KIK in Brussel.
Prof. Lieve Watteeuw zal onderzoeken of de Codex nog steeds in behoorlijke staat is en zal een gedetailleerd conditierapport opstellen, zodat andere wetenschappers de evolutie van het handschrift kunnen volgen. Ook de technieken en verfstoffen die de miniaturist gebruikte worden in kaart gebracht.
Voor dit onderzoek zal gebruik worden gemaakt van een 3D video microscoop en de multispectrale microdome (RICH Project-Illuminare), een techniek van de wetenschappelijke beeldvorming in 2D+. Deze technieken laten toe om vanuit verschillende oogpunten in te zoomen op de folio’s, zodat zelfs de dikte van een inktstreep zichtbaar wordt.
Sinds de restauratie bewaarde men de losgetrokken mipofolie in het KIK in Brussel. Nieuwe apparatuur biedt nu de mogelijkheid om niet-destructieve laboanalyses uit te voeren op de resten kleurstof die aan de folie bleven kleven. Zo zullen we meer te weten komen over de kleurstoffen die de scriptor gebruikte.
Vergelijkend onderzoek kan meer vertellen over de herkomst van die kleurstoffen en mogelijk meer over de plaats waar het manuscript gemaakt is.
Hoogstwaarschijnlijk is die plaats het scriptorium van Echternach. In 1994 publiceerde prof Nancy Netzer (Boston College) het resultaat van een vergelijkend onderzoek tussen drie handschriften van de achtste eeuw: de Codex Eyckensis, een Evangeliarium uit de schatkamer van de kathedraal in Trier en een Evangeliarium van Augsburg. Deze handschriften vertonen opvallend veel stijlovereenkomsten. De handschriften van Trier en Augsburg zijn duidelijk in verband te brengen met het scriptorium van Echternach en de scriptores Thomas en Vergilius die daar actief waren.
De Codex Eyckensis zal steeds meer geheimen prijsgeven en geavanceerde technieken zullen wetenschappers toelaten om dit vruchtbare onderzoeksterrein verder te ontginnen.
De onderzoekers zullen in de loop van de komende jaren samenwerken met experten van universiteiten in binnen- en buitenland. Het huidige onderzoek wordt mogelijk gemaakt door de volgende partners: KU Leuven, het Book Heritage Lab van Illuminare en de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen, het Digitale Labo (Universiteitsbibliotheek), het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium in Brussel, Koning Boudewijnstichting, Kerkfabriek Sint-Catharina, Stad Maaseik. De firma Diz sponsort de publieksontsluiting van het project in de crypte van de Sint-Catharinakerk.
Nieuwe vragen over Harlindis en Relindis
De heiligen Harlindis en Relindis hebben een grote rol gespeeld in de verspreiding van de christelijke leer en het geschreven woord in het Maasland. Door de eeuwen heen bleef de bevolking van Limburg en Luik hen intens vereren.
In de negende eeuw zijn de sarcofagen van de heiligen bijgezet in de nieuwe stenen kerk, die het houten kerkje verving dat hun vader Adalhard had laten bouwen in 719-721. Al snel groeide er een cultus rond hun relieken en de handschriften.
Vanaf 1388 ging er jaarlijks een processie met relieken van Harlindis en Relindis uit tussen Aldeneik en Maaseik, later gebeurde dit om de zeven jaar. De traditie verdween in de nasleep van de Franse Revolutie. In 1847 nam men de draad weer op en organiseerde men een processie om de 25 jaar, waarbij men de Codex Eyckensis en de Angelsaksische weefsels uit de nalatenschap van de heiligen aan het publiek toonde. De eerstvolgende processie zal plaatsvinden in 2022.
Historica Katrien Houbey onderzoekt in 2016-2017 alle details van de verering die Harlindis en Relindis genoten. De resultaten van haar onderzoek bieden de stof voor de verhaallijn waarmee het erfgoed van Harlindis en Relindis en de kerkschat van de Sint-Catharinakerk in Maaseik opnieuw worden ontsloten.